Video overig
Vesperaledag & Mechelen 2014
Sint Jozefkoor Helmond
Messe des Paroisses
(Messe à l’usage ordinaire des paroisses pour les Festes Solemnelles)
François Couperin
Sint Jozefkoor & Wout van der Linden (orgel)
François Couperin schreef als 22-jarige twee grote cyclische orgelwerken: een mis voor gebruik in parochiekerken en een mis voor gebruik in kloosters. Zelden wordt zo'n mis compleet uitgevoerd. Dat kan ook alleen als deze liturgische muziek in de oorspronkelijke opzet wordt uitgevoerd, namelijk in afwisseling met de gezongen gregoriaanse mis-onderdelen (alternatimpraktijk/alternerend = elkaar afwisselend).
Historische achtergrond
François Couperin (1668-1733) stamde uit een Franse muzikantendynastie. In 1685 (17 jaar!) werd hij organist van de Saint-Gervais te Parijs, een post die generaties lang door een Couperin werd ingenomen. In 1693 volgde hij zijn leraar Jacques Thomelin op als titularis van de Chapelle Royale te Versailles. Later werd hij ook nog hoforganist, klavecinist, en muziekleraar van de koninklijke familie. Hij was 22 jaar oud toen zijn enige publicatie met orgelmuziek verscheen, bestaande uit een mis voor de parochie (Messe pour les Paroisses) en een mis voor het klooster, of convent-mis (Messe pour les Couvents).
De parochiemis, zoals ten gehore gebracht gaat worden op 3 juni in de St. Lambertuskerk, was bedoeld voor de gewone vieringen op zon- en feestdagen in de Parijse stadskerken; de conventmis (of conventuele mis) was bedoeld voor kerken waar men het getijdengebed bidt en dus elke dag ter kerke gaat en een hoogmis opdraagt. Zoals toen gebruikelijk werd het ordinarium van de mis in alternatim (afwisselend) ‘gezongen’ door het koor en het orgel. Het Caeremoniale parisiense (1662) bevatte zeer strikte aanwijzingen, waar de organist zich aan te houden had. De orgelmuziek heeft een sterk declamatorisch karakter en wordt gekenmerkt door uitgekiende registercombinaties: Récit de Chromhorne, Dialogue sur la Trompette et le Chromhorne, Duo sur les Tierces, Tierce en Taille, Dialogue sur la Voix humaine, enz.. De orgelstukken stammen uit de tijd toen Couperin net de Italiaanse stijl had ontdekt.
Wout van der Linden (Brakel, 1969) studeerde hoofdvak orgel aan het Utrechts Conservatorium bij Theo Teunissen en Reitze Smits en analyse, harmonisatie en improvisatie bij Jaap Zwart. Al jong had hij een voorliefde voor de oude muziek en de historische uitvoeringspraktijk. Als tweede instrument koos hij dan ook het klavecimbel, waarvoor hij lessen volgde bij Ru Stolk. Verder volgde hij masterclasses bij Frédérick Haas en Vincent Dumestre. Aansluitend ging hij beiaard studeren bij Boudewijn Zwart aan het Carillon Instituut Nederland in Dordrecht. Hij volgt sinds enige tijd lessen basso continuo bij Nicolas Achten in Brussel. Wout is samen met Ru Stolk stadsbeiaardier van Zaltbommel. Op de vrijdagse koopavonden en tijdens de dinsdagmarkt laten zij de prachtige klanken van het 17de-eeuwse Hemony-carillon van de Gasthuistoren over de stad klinken.